Les 41: De zeer langzame tempi
We beginnen bij de langzaamste tempi.
Deze tempi hebben een snelheid van ongeveer 30 tellen per minuut tot 60 tellen per minuut (van M.M. 30 tot M.M. 60). De meest voorkomende woorden die we in de muziek gebruiken om zulke langzame tempi aan te geven, zijn in volgorde van heel langzaam naar iets minder langzaam: Grave, Lento, Largo, Larghetto en Adagio.
Hoewel grave meestal het langzaamste tempo aangeeft, is er weinig verschil tussen deze tempi en kan grave soms sneller gespeeld worden dan lento of largo.
Hieronder noemen we elk tempo met een korte uitleg en een stukje pianomuziek als voorbeeld met dat tempo:
Grave
ernstig, zwaar en plechtig
Piano sonate nr. 8 van Beethoven
Lento
langzaam, slepend
Largo
breed, langzaam en statig
Piano sonate nr. 4, 2e deel van Beethoven
Larghetto
enigszins breed en langzaam
Piano sonate nr. 57, 2e deel van Haydn
Adagio
langzaam met uitdrukking, rustig
Piano sonate nr. 2, 2e deel van Mozart
Zoals we ook bij de snellere tempi zullen zien, lijken sommige namen erg op elkaar maar eindigen ze iets anders, bijvoorbeeld largo en larghetto. Het einde -etto betekent "iets minder", dus in dit geval "iets minder langzaam". Larghetto is daarom net iets sneller dan largo.