Les 18: Hoe ziet een maat eruit?
De maat laten we ook zien als we muziek opschrijven, omdat dit het lezen een stuk makkelijker en overzichtelijker maakt.
In plaats van één lange regel met alleen maar noten, verdelen we de notenbalk in stukjes met telkens evenveel tellen door verticale lijntjes te plaatsen.
De verticale lijntjes noemen we maatstrepen en de ruimte tussen twee maatstrepen is één hele maat.
Als we terugdenken aan het eerste voorbeeld uit de vorige les, waar we in drieën meetelden, dan delen we de notenbalk dus op in maten met daarin ruimte voor drie tellen.
Elke maat bestaat precies uit drie tellen, niet meer en niet minder.
In elke maat moeten dan ook zoveel noten komen te staan dat de drie tellen precies op zijn.
Dit kan door bijvoorbeeld drie kwart noten in de maat te stoppen, maar dit kan ook met een halve noot en een kwart noot want dat geeft samen ook drie tellen. Bijvoorbeeld:
Het maakt dus niet uit met welke soort noten we de maat vullen, zolang we elke keer maar op drie tellen uitkomen.
Dit betekent ook, dat bijvoorbeeld een hele noot van vier tellen nooit gebruikt kan worden in een muziekstuk met maten van drie tellen, omdat die te groot is en niet in de maat past.