Les 11: Hele, halve en kwart noten
Weet je nog dat we in de eerste les van deel 1 zagen dat muziek bestaat uit een verzameling van hoge en lage noten, en korte en lange noten? In deel 1 hebben we geleerd over hoge en lage noten en hoe ze op de notenbalk geschreven worden, maar hoe zit het met lange en korte noten? Dat gaan we nu bekijken.
Om muziek goed te kunnen spelen, moeten we weten hoe lang een toon gespeeld of gezongen hoort te worden. Dit bepalen we door te tellen. Een noot kan bijvoorbeeld één tel lang zijn, of twee tellen, of drie, enzovoort. Hoeveel tellen een noot is, kunnen we zien aan hoe de noot eruitziet.
De noten die we steeds in deel 1 gebruikten, noemen we hele noten. Deze noot is in het algemeen 4 tellen.
w hele noot
Een noot van 2 tellen, noemen we dan een halve noot en ziet er zo uit:
r halve noot
En een noot van 1 tel, noemen we een kwart noot en schrijven we zo:
u kwart noot
Nu we weten dat een hele noot vier tellen is en een halve noot twee tellen, dan is het een simpele optelsom om te zien dat twee halve noten bij elkaar geteld een hele noot opleveren:
r | + | r | = | w |
2 | + | 2 | = | 4 |
En net zo:
u | + | u | = | r |
1 | + | 1 | = | 2 |
u | + | u | + | u | + | u | = | w |
1 | + | 1 | + | 1 | + | 1 | = | 4 |
Een halve noot is de helft van de waarde van een hele noot, en een kwart noot is een kwart van de waarde van een hele noot
Hieronder een klein stukje muziek met alle drie de noten:
Let erop dat, hoewel we nu weten hoeveel tellen bijvoorbeeld een hele noot is, we nog steeds niet kunnen zeggen hoe lang de noot hoort te klinken. Want dat hangt ervan af hoe snel er gespeeld wordt (hoe snel we tellen). Dit noemen we het tempo van de muziek en hier zullen we in deel 6 naar gaan kijken.